Pedagogische sensitiviteit houdt in dat een leerkracht het gedrag van kinderen alert en precies waarneemt, het gedrag vervolgens op de goede manier interpreteert en er dan goed op reageert, ook in de ogen van het kind (Van Manen, 2014, zoals beschreven in Bakx & Rohaan, 2016). Dit reageren op het gedrag wordt door Kennisplatform voor het onderwijs (z.d.) gedefinieerd met de term responsiviteit. Soms wordt de term ‘pedagogisch tact’ gebruikt (Bakx, 2015). Een pedagogisch sensitieve en responsieve leerkracht moet gevoelig zijn voor de signalen die kinderen afgeven. Bovendien moet de leerkracht tijdig op deze signalen reageren, passend bij het kind. Een leerkracht moet hierin aanvoelen wat hij denkt dat passend is op dat moment (Zwols Model, z.d.a). Op zo’n moment moet de leerkracht direct, in een split second, beslissen hoe hij gaat reageren. Onbewust wordt daar vaak kennis bij gebruikt op basis van eerdere ervaringen of op basis van theorie (Bakx, 2015).
Om als leerkracht pedagogisch sensitief en responsief te kunnen handelen, is het van belang om oog te hebben voor het kind. De leerkracht moet het gedrag niet alleen waarnemen, maar ook nieuwsgierig zijn naar de achtergrond van het gedrag. Daarbij wordt gekeken waarom het kind dat gedrag vertoont en welke omstandigheden mogelijk een rol spelen bij het gedrag van het kind. Een passende respons van de leerkracht sluit aan bij de reden(en) van het gedrag (Zwols Model, z.d.b). Een leerkracht die zich responsief toont, heeft bijvoorbeeld een open houding en neemt de tijd om met het kind in gesprek te gaan. Daarnaast geeft de leerkracht positieve feedback aan het kind en worden er hoge verwachtingen gesteld. Er is ruimte voor het kind om eigen keuzes te maken en actief betrokken te zijn (Kennisplatform voor het onderwijs, z.d.). Bij het reageren van de leerkracht is het bovendien belangrijk dat de boodschap met respect wordt overgedragen, zowel verbaal door wat de leerkracht zegt als non-verbaal door de mimiek en het oogcontact (Bakx, 2015).